Bedieningshandleiding
български
汉语
dansk
deutsch
english
eesti
suomi
français
italiano
hrvatski
latviešu
lietuvių
nederlands
polski
portuguese
român
русский
svensk
español
český
magyarul
Zoeken
Inhoudsopgave
Home
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
▪
Voor uw veiligheid
▪
Elementaire veiligheidsaanwijzingen
▪
Beoogd gebruik
▪
Samenstelling en betekenis van waarschuwingsaanwijzingen
▪
Eisen aan de gebruikers
▪
Bedieningsverloop
▪
Wanneer u enkel de parallelgeleiding gebruikt
▪
Wanneer u SECTION-Control gebruikt
▪
Als u ook ISOBUS-TC gebruikt
▪
Als u met Shape-doseerkaarten werkt
▪
Als u ISOBUS-TC in de standaardmodus gebruikt
▪
Als u ISOBUS-TC in de uitgebreide modus gebruikt
▪
Over deze bedieningshandleiding
▪
Geldigheid
▪
Doelgroep van deze bedieningshandleiding
▪
Samenstelling van handelingsaanwijzingen
▪
Samenstelling van verwijzingen
▪
Beschrijving van het product
▪
Beschrijving van de prestaties
▪
TRACK-Leader
▪
SECTION-Control
▪
TRACK-Leader TOP
▪
TRACK-Leader AUTO®
▪
TRACK-Leader AUTO® CLAAS
▪
TRAMLINE-Management
▪
Testlicenties gebruiken
▪
Structuur van het startmasker
▪
Informatie op het werkscherm
▪
Bedieningselementen op het werkscherm
▪
Bedieningsprincipe
▪
Eerste ingebruikname
▪
Navigatie starten
▪
Start in TRACK-Leader – zonder ISOBUS-TC
▪
Met Shape-bestanden uit ISOBUS-TC
▪
Met een ISO-XML-taak
▪
Rijrichting herkennen
▪
Referentiepunt aanmaken
▪
Waar hebt u het referentiepunt voor nodig?
▪
Referentiepunt instellen
▪
Kwaliteit van het gps-signaal testen
▪
Akkergrens
▪
Akkergrens tijdens het werk bepalen
▪
Akkergrens registreren door rond de akker te rijden
▪
Akkergrens importeren
▪
Akkergrens wissen
▪
Bewerkingsvrije zones bepalen
▪
Parallelgeleiding TRACK-Leader
▪
Geleidingslijnen voor parallelle geleiding gebruiken
▪
Rechte geleidingslijnen
▪
Geleidingslijnen als bocht
▪
Geleidingslijnen volgens kompas
▪
Gecombineerde geleidingslijn
▪
Automatisch aangemaakte geleidingslijnen gebruiken
▪
Geleidingslijnen als cirkels
▪
Adaptieve geleidingslijnen.
▪
Geleidingslijnen wissen
▪
Geleidingslijnen verschuiven
▪
Afstand tussen de geleidingslijnen instellen
▪
Interval van de geleidingslijnen instellen
▪
Geleidingsmodus selecteren
▪
Parallel rijden met behulp van de Lightbar en de geleidingslijn
▪
SECTION-View gebruiken
▪
Optekenen van de ritten beginnen
▪
Kopakker bewerken
▪
Hindernissen bepalen
▪
Markering van hindernissen wissen
▪
Tractor wisselen
▪
Secties schakelen met SECTION-Control
▪
SECTION-Control activeren
▪
Werkmodus van SECTION-Control wijzigen
▪
Toestandskaart weergeven
▪
Machines met meerdere werkbreedtes bedienen
▪
Werken met doseerkaarten
▪
Doseerkaart uit een ISO-XML-taak
▪
Meerdere doseerkaarten tegelijk
▪
Shape-doseerkaarten
▪
De doseerkaart weergeven
▪
Automatische besturing TRACK-Leader AUTO
▪
Elementaire veiligheidsaanwijzingen
▪
Terminal voorbereiden voor het werken met TRACK-Leader AUTO
▪
TRACK-Leader AUTO stuurjobcomputer ECU-S1
▪
Stuurjobcomputer inschakelen
▪
Stuurjobcomputer uitschakelen
▪
Automatische besturing activeren en bedienen
▪
Automatische besturing deactiveren
▪
Het besturingssysteem afstellen
▪
Het werk beëindigen
▪
TRACK-Leader AUTO met NAV-900
▪
Stuurjobcomputer in- en uitschakelen
▪
Automatische besturing activeren en bedienen
▪
Automatische besturing deactiveren
▪
Het besturingssysteem afstellen
▪
Automatische besturing TRACK-Leader TOP
▪
Elementaire veiligheidsaanwijzingen
▪
Bedieningsprincipes
▪
Taken van de bestuurder
▪
Automatische besturing activeren en deactiveren
▪
Geleidingslijnen verschuiven
▪
Keren
▪
Het besturingssysteem afstellen
▪
Rijsporen met TRAMLINE-Management schakelen
▪
TRAMLINE-management activeren
▪
Werkmodus van TRAMLINE-Management wijzigen
▪
Rijspoor naar een andere doorkruising verschuiven
▪
AB-lijn voor rijsporen inverteren
▪
Rijsporen berekenen
▪
Geheugen
▪
Masker "Geheugen"
▪
Veldgegevens opslaan
▪
Veldgegevens opladen
▪
ngstore-gegevens synchroniseren
▪
Gegevensuitwisseling tussen touch- en toetsenterminals
▪
Veldgegevens verwerpen
▪
Samenwerking met TRACK-Guide Desktop
▪
Configuratie
▪
De instellingen "Algemeen" configureren
▪
TRACK-Leader configureren
▪
SECTION-Control configureren
▪
Traagheid aan en Traagheid uit kalibreren
▪
Traagheidscorrectie gebruiken
▪
TRACK-Leader TOP configureren
▪
TRACK-Leader AUTO® configureren
▪
TRACK-Leader AUTO® voor AG-STAR en SMART-6L configureren
▪
TRACK-Leader AUTO® voor NAV-900 configureren
▪
Hoe te handelen bij foutmeldingen