Met Shape-bestanden uit ISOBUS-TC
Gebruik deze methode als u de toepassing “ISOBUS-TC” in de standaardmodus gebruikt.
Procedure
- þ
- Indien u met een ISOBUS-jobcomputer werkt, moet deze op de ISOBUS zijn aangesloten.
- þ
- Als u zonder een ISOBUS-jobcomputer werkt, moet u in de toepassing Virtual ECU de virtuele jobcomputer activeren. Meer informatie hierover vindt u in de bedieningshandleiding van de terminal.
- þ
- U hebt de parameter “Werkmodus” in de toepassing ISOBUS-TC op “standaard” gezet.
- 1.
- Activeer een akker in de toepassing “ISOBUS-TC”. Lees in de bedieningshandleiding van de terminal hoe u dit doet.
- Open de toepassing TRACK-Leader.
- ⇨
- Als het werkscherm niet verschijnt, hebt u aan een aantal voorwaarden niet voldaan.
- ⇨
- Als in het werkscherm groen gemarkeerde bewerkte oppervlaktes (van de laatste opdracht) verschijnen, moet u deze in het scherm “Geheugen” met de toets
wissen.
- ⇨
- Als in het midden van het beeldscherm het symbool
verschijnt, bestaat er geen verbinding met de gps-ontvanger en u kunt niet verder werken. Sluit een gps-ontvanger aan en configureer deze.
- 3.
- Lees dit hoofdstuk om te weten te komen welke informatie er op het werkscherm verschijnt: Informatie op het werkscherm
- 4.
- Lees dit hoofdstuk om te weten te komen wat u vervolgens moet doen: Bedieningsverloop