Koppelingstypes van de tractor configureren
Het koppelingstype kan tussen verschillende tractors en aanbouw- en aanhangapparaten verschillend zijn. Standaard is altijd het koppelingstype “onbekend” geselecteerd.
Houd er rekening mee, wanneer u een ander koppelingstype of meerdere verschillende koppelingstypes selecteert, dat de automatische apparaatindeling niet meer werkt. U moet dan de apparaten manueel indelen.
De volgende koppelingstypes staan ter beschikking:
- ▪
- onbekend
- ▪
- Zwaaiende trekhaak
- ▪
- 3-punts getrokken
- ▪
- 3-punts gemonteerd
- ▪
- Trekhaak
- ▪
- Vorkkop
- ▪
- Penkoppeling
- ▪
- Vangmuil
- ▪
- Kogelkoppeling
Procedure
- 2.
- Raak “Instellingen” aan.
- ⇨
- Beschikbare tractorprofielen verschijnen.
- ⇨
- Wanneer een tractorprofiel geactiveerd is, zijn de meeste functiesymbolen grijs.
- 3.
- Om een tractorprofiel te bewerken of een nieuw aan te maken, moet u het geactiveerde tractorprofiel deactiveren.
- 4.
- Raak het te bewerken tractorprofiel aan.
- ⇨
- Er verschijnen parameters.
- ⇨
- Scherm “Voorkant - koppelingstype” verschijnt.
- 9.
- Kies het koppelingstype.
- 10.
- Voer de afstand tussen de achterste as en het voorste koppel- of aanhangpunt in.
- 13.
- Herhaal het proces voor de achterste koppelingstypes. Voer de afstand tussen de achterste as en het achterste koppel- of aanhangpunt in.
- ⇨
- U kunt nu de tractorgeometrie bekijken en veranderen.