De snelheidssensor kalibreren
Bij het kalibreren van de snelheidssensor met de 100m-methode moet u het aantal impulsen vaststellen die de snelheidssensor ontvangt over een afstand van 100 m.
Als u het aantal impulsen voor de snelheidssensor weet, kunt u dat ook handmatig invoeren.
Procedure
- þ
- Een afstand van 100 m is uitgemeten en gemarkeerd. De afstand moet met de situatie op de akker overeenkomen. U moet dus over een weide of akker rijden.
- þ
- Het voertuig staat met een aangesloten machine aan het begin van de gemarkeerde afstand klaar om 100 m te rijden.
- þ
- U hebt een wielsensor of een radarsensor aan de terminal aangesloten.
- þ
- U hebt in de parameter “Snelheid” de waarde “Wielsensor” of “Radarsensor” gekozen.
- 2.
- Raak “Instellingen” aan.
- 3.
- Markeer het voertuig waarvoor u de snelheidssensor wilt kalibreren.
- 6.
- Volg de instructies op het scherm.
- ⇨
- U hebt de snelheidssensor gekalibreerd.