Company logo
Aanbouw- en bedieningshandleidingZoekenInhoudsopgaveHome
 
 
Toepassingen activeren en deactiveren
 
Met de "Service"-toepassing kunt u andere toepassingen, die op de terminal geïnstalleerd zijn, activeren en deactiveren.
De toepassingen zijn per pakket geïnstalleerd, als zogenaamde plug-ins. Een plug-in kan meerdere toepassingen omvatten.
U kunt een plug-in bijvoorbeeld deactiveren wanneer u hem niet wilt gebruiken. Dan verschijnt hij niet in het selectiemenu.
 
 
Naam van de plug-in
Activeert de volgende toepassingen
TRACK-Leader
TRACK-Leader
SECTION-Control
TRACK-Leader TOP
TRACK-Leader AUTO
ISOBUS-TC
Tractor-ECU
Camera
Op het beeldscherm verschijnt het beeld van de camera die is aangesloten.
FIELD-Nav
FIELD-Nav
FILE-Server
Virtual ECU
 
 
 
Procedure
 
 
 
Zo activeert en deactiveert u plug-ins:
 
 
1.
 Service_color - Open de toepassing Service.
2.
Raak "Plug-ins" aan.
Het masker "Plug-ins" verschijnt.
3.
Om een plug-in te activeren of te deactiveren, raakt u hem aan.
Een plug-in is geactiveerd wanneer een vinkje voor de naam verschijnt.
4.
Start de terminal opnieuw.