Hellingsdetector “GPS TILT-module” configureren
U kunt een A100, A101, AG-STAR of SMART-6L gebruiken met de hellingsdetector “GPS TILT-module”. In dit geval moet u de module configureren.
Procedure
- þ
- Hellingsdetector “GPS TILT-module” is aangesloten.
- þ
- De tractor staat op een horizontaal vlak.
- þ
- De driver lightbar is als “Beeldscherm Lightbar” geconfigureerd.
- 1.
- Als bijkomende apparaten (bijv. een externe lightbar) tussen de terminal en de hellingsdetector op de kabel aangesloten zijn, koppel deze los. De hellingsdetector moet direct met de terminal verbonden worden. Na de configuratie van de hellingsdetector moet u deze aanvullende apparaten opnieuw aansluiten.
- 2.
- Meet de afstand tussen de gps-ontvanger en het vlak waarop de tractor staat.
- 3.
- Schakel de terminal aan.
- 5.
- Raak “GPS” aan.
- ⇨
- Het scherm “Instellingen” verschijnt.
- 6.
- Scrol omlaag tot de parameter “Hellingsdetector” op het beeldscherm verschijnt.
- 7.
- Raak “Hellingsdetector” aan.
- 8.
- Op de regel “Hoogte gps-ontvanger” voert u de gemeten afstand in.
- ⇨
- De melding: “Hellingsdetector wordt gekalibreerd.” verschijnt.
- 10.
- Bevestig dit door “Ja” aan te raken.
- ⇨
- Positie van de hellingsdetector op vlakke ondergrond wordt gekalibreerd.
- ⇨
- Na de kalibrering verschijnt op de regel “Helling” de hoek 0. Iedere helling er dat de tractor van horizontaal afwijkt, verandert het weergegeven interval.
- 11.
- Sluit alle aanvullende apparaten die u voor de configuratie losgekoppeld hebt, opnieuw aan.