Company logo
Aanbouw- en bedieningshandleidingZoekenInhoudsopgaveHome
 
 
De toetstoewijzing van de joystick configureren
 
De terminal geeft u de mogelijkheid om de functies van een ISOBUS-jobcomputer aan de toetsen van de joystick toe te wijzen. Hiervoor moeten de ISOBUS-jobcomputer en de joystick voldoen aan de eisen van de Auxiliary 2-specificatie uit de ISOBUS-norm.
 
 
 
Procedure
 
 
 
Zo activeert u het stuurprogramma voor deze functie:
 
 
þ
De joystick en de ISOBUS-jobcomputer zijn aangesloten en ondersteunen allebei het protocol Auxiliary 2.
1.
 Service_color - Open de toepassing Service.
2.
Raak "Drivers" aan.
3.
Raak "Auxiliary" aan.
4.
Markeer "Auxiliary2"
5.
 Acknowledge_color - Bevestig.
6.
Start de terminal opnieuw.
 
 
 
Procedure
 
 
 
Zo configureert u de toetstoewijzing:
 
 
þ
U hebt het stuurprogramma “Auxiliary 2” geactiveerd.
1.
 Service_color - Open de toepassing “Service”.
2.
Raak “Auxiliary” aan.
3.
Raak “Auxiliary Editor” aan.
Wanneer de ISOBUS-jobcomputer het protocol Auxiliary 2 aankan, verschijnt nu een lijst met functies van de jobcomputer.
Wanneer geen lijst verschijnt, ondersteunt de ISOBUS-jobcomputer dit protocol niet.
4.
Raak de functie aan die u aan een toets van de joystick wilt toewijzen.
Er verschijnt een lijst met toetsen van de joystick.
U hebt twee mogelijkheden om aan de joystick de functie toe te wijzen.
5.
Mogelijkheid 1: Druk op de toets van de joystick waaraan u de functie wilt toewijzen.
Mogelijkheid 2: Selecteer in de terminal de toets waaraan u de gekozen functie wilt toewijzen en  Acknowledge_color bevestig.
De functie wordt aan de toets toegewezen en u kunt met de volgende functie doorgaan tot u alle functies hebt toegewezen.
6.
Start de terminal opnieuw.
Daarna verschijnt de volgende melding op het hoofdscherm: “Bevestig de toewijzingen.” Deze melding verschijnt nu bij elke nieuwe start.
7.
“OK” - Bevestig de melding.
Op het beeldscherm verschijnt een lijst met erkende toewijzingen.
8.
 Acknowledge_color - Bevestig de toewijzingen.